J'ai ...
Bij een kennismakingsgesprek heb je kunnen ervaren dat er verschillende vragen worden gesteld om elkaar beter te leren kennen. Vragen zoals: 'Tu as quel âge?' of 'Tu as un animal?' zijn reeds aan bod gekomen. In deze zinnen wordt gebruik gemaakt van het werkwoord 'avoir' (hebben). Net zoals in het Nederlands dien het werkwoord vervoegt te worden (ik heb - jij hebt - zij hebben) op deze pagina bekijken we daarom kort de vervoeging van het werkwoord 'avoir'.
Het werkwoord avoir betekent hebben.
Het is een onregelmatig werkwoord: je moet deze vervoegingen dus uit je hoofd leren.
Vervoeging werkwoord
J' ai Ik heb
Tu as Jij hebt
Il a Hij heeft
Elle a Zij heeft
On a Men heeft / We hebben
Nous avons Wij hebben
Vous avez Jullie hebben / U heeft
Ils ont Zij hebben
Elles ont Zij hebben
Voorbeeldzinnen:
J'ai une sœur.
Ik heb een zus.
Elle a une cousine.
Zij heeft een nicht.
Vous avez un frère?
Hebben jullie een broer?
Het werkwoord avoir (hebben)
Bekijk het onderstaande filmpje om het werkwoord 'avoir' te leren en te luisteren naar hoe het uitgesproken wordt.
S'entraîner (oefenen):
Klik op de link hieronder.
Ga naar de portal:
Trede 1 - Je me présente! - oefening 2 'Oefen met het werkwoord avoir'.Klaar? Maak de overige oefeningen bij - Je me présente!